Nog niet zo lang geleden liep ik bij onze Utrechtse collega-boekverkopers Hinderickx & Winderickx vertaler Maarten Elzinga tegen het lijf. “Het is een genie,” vertrouwde vriend en collega-vertaler Roland Fagel me toe. Het genie liet de woorden van zijn vakbroeder gelaten over zich heenkomen. Hij ontsloot het werk van onder meer Alain Finkelkraut en Les Murray voor de Nederlandse markt en heeft zich samen met Mark Leenhouts ontfermd over de brieven die Victor Segalen vanuit China schreef aan zijn vrouw.
“Heb je dat boek?” riep Fagel naar winkeleigenaar René Hesselink, die al minstens tien minuten aanstalten maakte de winkel te sluiten. Natuurlijk had hij het meesterwerkje op de plank, zoals eigenlijk iedere rechtgeaarde boekverkoper zou moeten hebben.
Het is een fascinerend reisverslag door het China van honderd jaar geleden. In april 2009 vertrok de Fransman Segalen, evenals “onze” Slauerhoff marine-arts en dichter, als leerling-tolk Chinees per boot naar China. Vanuit Peking trok hij de Chinese binnenlanden in. De brieven waarin hij zijn vrouw verhaalt van deze reizen, zuigen je door ruimte en tijd een andere wereld binnen, waarin je de zonderlinge ontmoetingen met de plaatselijke bevolking, de prachtige landschappen en de grappige voorvallen bijna lijfelijk ondervindt.
Segalens stijl is beschouwend en poëtisch tegelijk, waarbij hij nooit uit het oog verloor dat hij alleen als outsider naar de Chinese cultuur kon kijken.
Naast lof voor de auteur is er ook lof voor de vertalers, die met hun levendige, volstrekt natuurlijke taalgebruik een kloof van honderd jaar wisten te overbruggen.
Een kleine proeve van hun vakmanschap in een willekeurige passage: “ Tongguan 11 september – Gisteren zijn we de Huanghe overgestoken, waarmee we van provincie zijn veranderd en een reusachtige gele waterbarrière tussen ons en de oceaan hebben gelegd. Het was een zeldzaam mooie dag. In plaats van de grote weg te nemen, die langer is, liet ik ons de voet van de bergen volgen, de Zhongtiaoshan, hetgeen een schitterende ochtend opleverde. Drie uur lang voerde het pad ons kriskras door boomgaarden en geploegde akkers. Dit deel van China is een grote tuin. We reden onder kakibomen door, met van die heerlijke vruchten die roder zijn dan sinaasappels, en we hoefden maar een arm uit te steken. Boven ons een smetteloos blauwe lucht. Om niet te laat bij de rivier te komen hebben we tussendoor in de herberg gegeten, terwijl we de muilezels lieten doorlopen. Zodoende hebben ze in één keer 90 li oftewel 45 km afgelegd, tussen 8 uur ‘s ochtends en 4 uur.”
Hoewel ik het boek in mijn “eigen” Van Pampus had kunnen kopen, waarhet natuurlijk in de kast staat, heb ik het in bijzijn van de vertaler bij Hinderickx en Winderickx afgenomen. Ik voelde me als de dag waarop ik mijn eerste fossiel vond. Het verre verleden werd tastbaar.
Brieven uit China – Victor Segalen
uitgeverij Arbeiderpers – € 29,95