Indianenboeken waarin om de paar pagina’s wel iemand neergeschoten, gekneveld en/of gescalpeerd wordt zijn, om met Paulien Cornelisse te spreken, nou ‘niet echt mijn ding’. De achterflap lezen van De Zoon van Philipp Meyer leek me dan ook genoeg. Aangemoedigd door mensen om me heen (en eerlijk is eerlijk, ook door de 5 sterren in het NRC) begon ik toch. Een paar bladzijden, dat zou ik (en mijn maag) nog wel aankunnen, dacht ik.
Wat me overkwam was een regelrechte overval. Aan mijn oren werd ik meegesleurd door prachtige stemmen van verschillende generaties: Eli McCollough werd geboren in 1836, in Texas, in een tijd van oorlog en slavernij. Op zijn twaalfde wordt hij meegenomen (nadat zijn zus en zijn moeder verkracht en vermoord zijn, maar dat lalala terzijde) door een groep Comanche -indianen.
En dan volgen de verhalen van Eli zelf, die het harde leven van de Indianen leert leven, en na vrijlating niet meer los komt van de chaos als het gaat om zijn identiteit. Hij is immers geen Indiaan, maar ook al lang geen blanke meer. Dat verhaal wordt afgewisseld met de verhalen van de mensen die de prijs betalen voor Eli’s onrust. Zijn zoon Peter, die niet kan voldoen aan de eisen van zijn vader, en Jeanne Anne, een achterkleindochter die zich in een mannenbolwerk van de olieindustrie probeert staande te houden.
De vreselijke scenes die er ook heus wel in voorkomen zijn met de juiste afstand geschreven, en bovendien met zo’n literaire kracht, dat het niet afstoot, maar juist uitnodigt om alles te weten te komen van deze familie. De Zoon is een echte roman, een groots verhaal, en eenmaal begonnen, ik waarschuw maar vast, lig je er 603 pagina’s onder.
De zoon – Philipp Meyer
uitgeverij Bezige Bij – € 24,90
(recensie van Corine)