Er is al veel over geschreven: Grip van Stephan Enter. Toch wil ik graag nog een duit in het zakje doen. Ik vind het boek, om een cliché te gebruiken, on-Nederlands goed. Daar bedoel ik niet mee dat er in Nederland geen uiterst vermakelijke, boeiende boeken worden geschreven. Boven is het stil van Gerbrand Bakker vond ik bijvoorbeeld geweldig, raak beschreven. Echter, in de thematiek lag al besloten dat het boek zijn poten had in de zompige Hollandse klei. En het is moeilijk je uit de zuigende modder los te rukken. Stephan Enter is wel gelukt waar veel Nederlandse auteurs moeite mee hebben: een universele roman schrijven. Hij geeft de ontworsteling aan de Nederlandse bodem weer in zijn vertelling. Vier Nederlandse vrienden die later in hun leven, als de vriendschap wat geluwd is, uitzwermen over de wereld. Op het hoogtepunt van hun vriendschap trokken de vier – drie mannen en een vrouw – op klimvakantie naar de Noorse Lofoten. Daar, in het grillige gebergte, wordt het verloop van hun vriendschap, en misschien wel hun verdere leven, bepaald.
En of de vier daar nu allemaal een even grote keuze in hadden, is maar de vraag. In het boek staan de vroegere vrienden op het punt elkaar weer te ontmoeten.
Meer verklap ik niet, alleen dat ‘Grip’ een bijzonder goed gekozen titel is om gebeurtenissen in het verleden, de toekomst en de gemoedstoestand van de personages te beschrijven. Enter doet dat heel knap, met prachtig geformuleerde zinnen. Ieder woord is doordacht, zonder dat het storend, kunstmatig wordt. Het enige stijlfoutje staat op de eerste pagina: ‘Het eigele-eiwitte Eurostar-logo straalde hem onopvallend tegemoet(…).’ Maar zoals gezegd, dat is al op bladzijde 1, wie zich daar overheen zet, kan rekenen op 175 pagina’s leesgenot.
Grip – Stephan Enter
uitgeverij Van Oorschot – € 17,50