De pelikaan die piekert over een drijvend veertje, de ezeltjes, Grijsje, Donkie en Luna, Valentijn, het zoontje van schilder Floris van Dijck, die alle lekkernijen op de ontbijttafel aanvreet. Wie het Rijksmuseum bezocht voordat het dichtging, kent ze allang van gezicht. Je besefte alleen nooit wie ze waren omdat niemand je dat ooit verteld had. In het Grote Rijksmuseum voorleesboek gaan de plaatjes praten. Vijfentwintig kinder-boekenschrijvers vertellen het verhaal achter vijfentwintig meesterwerken. En al deze schilderijen vormen schitterende prenten bij de meeslepende verhalen. Met sommige verhalen kruip je het schilderij in, bij andere vormt het schilderij een illustratie bij het verhaal.
Zo waren er in de tijd dat Willem Bartel van der Kooi ‘Het gestoorde pianospel’ schilderde nog geen euro’s, en ook geen meisjes met broeken, maar in het verhaal van Jacques Vriens stopt Renske wel een euro in haar broekzak. Het meisje op het schilderij wordt een meisje van deze tijd.
Andere verhalen, zoals ‘een echte Bicker’ van Arend van Dam en Bartholomeus van der Helst en ‘Hoe overleeft… Het melkmeisje’, een dubbelspel van Francien Oomen en Johannes Vermeer, geven een kijkje in de keuken van de schilder. Een ding is zeker, je kijkt met hele andere, hele aandachtige ogen naar de plaatjes in het boek. En wat moet dat een feest zijn, om al die personages ook te ontmoeten in het vernieuwde Rijks.
Het grote Rijksmuseum Voorleesboek
Uitgeverij Rubinstein – € 19,95