Dunkelblum zwijgt – E. Menasse

Horen, zien en zwijgen. Dit gold vroeger als een levensles. De drie aapjes die deze deugd verbeelden zijn nog steeds op menig vensterbank aan te treffen.

Maar in Eva Menasse’s Dunkelblum zwijgt verliest het zwijgen zijn gouden glans.

Menasse begint haar roman met de zegswijze: “De Oostenrijkers zijn een volk dat vol vertrouwen naar het verleden kijkt.” De toon is gezet.

“In Dunkelblum weten de oorspronkelijke inwoners alles van elkaar, en de paar dingetjes die ze niet weten – die ze er niet zelf bij kunnen verzinnen, maar ook niet domweg kunnen negeren -, die zijn niet onbeduidend, maar spelen een rol van belang: dat wat niet alom bekend is, heerst als een vloek.”

Wat gebeurt er als je in een beerput roert? Dat het stinkt zal niemand verrassen, maar Eva Menasse gaat verder. Ze laat zien hoe betrokkenen de stank ontkennen, waardoor de stank alleen maar penetranter wordt. 

Hoe leef je als gemeenschap verder weet hebbend van een gruwelijk geheim?

Menasse concentreert zich op de diverse ‘waarheden’ vanuit haar veelal ongrijpbare personages, zoals kruidenier Antal Grün, dokter Sterkowitz, burgemeester Koreny, Resi Reschen van hotel Tüffer, boer Faludi, Rehberg, de heimelijk  homoseksuele eigenaar van het reisbureau, de wrede Horka en Alois Ferbenz, Flocke Malnitz, de jonge vrouw die onderzoek doet naar het verleden en plotseling verdwijnt. Hoe reageren ze op omstandigheden en hoe verandert hun denken daarover in loop van de tijd. En ze onderzoekt hoe het zwijgen functioneert.

Het is een weerwar aan personages met evenzoveel stemmen. Menasse laat ons soms  raden naar de tijd die verspringt.

Het vraagt wel wat van de lezer, maar het is de moeite waard, omdat je langzamerhand zicht krijgt op de tol van de collectieve lafheid van de zwijgende meerderheid. Het helpt dat Menasse’s stijl geestig is, ondanks het weerzinwekkende thema.

Dunkelblum is een niet helemaal fictief stadje. Het is de literaire versie van Rechnitz in het uiterste oosten van Oostenrijk, dat tegen het einde van WO II zo’n 200 Hongaarse Joodse dwangarbeiders herbergde.

Naar de lichamen wordt nog steeds gezocht.

Voetnoot:
Menasse’s landgenoot Elfriede Jelinek (Nobelprijs voor Literatuur in 2004) schreef in 2008 het toneelstuk Rechnitz. 

(recensie door Yvonne)

Dunkelblum zwijgtEva Menasse – vertaald door Annemarie Vlaming
uitgeverij Atlas Contact – prijs € 24,99

Het pijnstiller-imperium – P. Radden Keefe

De naam Sackler prijkt groots op de muren van het Louvre, het Metropolitan Museum of Art, Oxford en Harvard University. De familie staat bekend om de omvangrijke donaties aan kunst en wetenschap. De bron van het familiefortuin was jarenlang onbekend, totdat uitkwam dat de Sacklers miljarden verdienden aan het produceren en op de markt brengen van de pijnstiller OxyContine. Dit verslavende medicijn was de aanjager van de wereldwijde opiatencrisis die honderdduizenden mensen fataal werd.
In dit literaire meesterwerk onthult Patrick Radden Keefe de schokkende waarheid die schuilgaat achter een van de rijkste en meest gesloten families ter wereld. Het pijnstillerimperium is het verhaal van de opkomst en de val van een Amerikaanse dynastie, en een aanklacht tegen de hebzucht van de superrijken in de eenentwintigste eeuw.

Het pijnstillerimperiumPatrick Radden Keefe – vertaald door Hans van Riemsdijk
uitgeverij Nieuw Amsterdam – prijs € 34,99

Wat loopt daar? – M. Dekkers

Bij de het lezen van de eerste regels hoor ik in mijn gedachte Midas met zijn typerende stem voorlezen: “Alles is anders, niets is gelijk. Een eik is geen beuk, een lijster is geen leeuwerik, een Chinees geen Papoea.” En Midas gaat verder. Mocht je weinig tot niets over biologie weten, lees dan dit boek. Voordat het over het al dan niet bestaan van mensenrassen kan gaan, moet de schrijver eerst heel wat uitleggen. In heldere woorden beschrijft Midas de basisprincipes van de biologie en dus het leven. Van evolutie tot de nieuwste inzichten in de genetica. Het belangrijkste in de natuur is volgens Midas en Charles Darwin de variatie. “Zonder keuze valt er niets te selecteren en zonder selectie is geen evolutie mogelijk.”

Een van de eerste dingen die hij moet uitleggen is wat biologen onder een soort verstaan. “Soorten zijn groepen van daadwerkelijk of potentieel kruisende natuurlijke populaties die reproductief van vergelijkbare groepen geïsoleerd zijn. Kun je met elkaar kruisen dan behoor je tot dezelfde soort. En dan komt een typisch zinnetje van de auteur, wat het boek zo leuk om te lezen maakt: “Om de proef op de som te nemen hoef je alleen te kijken of mensen van uiteenlopende volkeren het met elkaar kunnen doen. Zelden is een experiment zo gretig ondernomen. Nauwelijks geland gingen ontdekkingsreizigers in de zojuist ontdekte landen aan de slag. En jawel het ging. Hiermee was voor de klassieke bioloog de kous af: allerlei mensen, toch één soort.” En dan komt Midas met goed onderbouwde argumenten om toch vooral de fysieke verschillen tussen de mens (rassen genoemd) niet over het hoofd te zien.

Het boek zit vol met prachtige illustraties van witte, zwarte, gele en rode mensen. En verhalen over hoe er in het verleden over de menselijke soort werd gedacht en geschreven. Deze oudere niet zo woke witte man heeft een geweldig boek geschreven, waar serieuze en goed onderbouwde verhalen afgewisseld worden door soms iets te grappige opmerkingen.

Recensie door klant Jip Binsbergen

Wat loopt daar?Midas Dekkers
uitgeverij Atlas Contact – prijs € 32,99

Waagstukken

Er zijn boeken die je, ook al staan ze alweer een tijdje in de boekenkast, weer aandacht verdienen. Waagstukken van Charlotte Van den Broeck is zo’n boek. Een boek dat je niet wil en kan wegleggen. Het is haar reis langs en bezoek aan diverse gebouwen en bouwwerken in binnen- en buitenland. Van de Wiener Staatsoper tot aan het stedelijk zwembad in Turnhout. Ze maakt je reisgenoot van de lijdensweg die de verschillende architecten ondergingen bij de realisatie van deze bouwwerken. Het bracht hen tot een wanhoopsdaad, zelfs tot zelfmoord.

Was het haar persoonlijke interesse in architectuur, die zij verbond aan haar nieuwsgierigheid in de menselijke omstandigheden bij de totstandkoming ervan? In dertien hoofdstukken bespreekt ze dertien bouwwerken die door kleine zwart/wit foto’s worden geïntroduceerd. Ze vertelt in een vloeiende lijn over de historische aspecten en details van deze architectuur. Maar meer nog over de frustraties van de architecten bij de realisatie van hun gebouwen. Over hun (eenzame) geestdrift die zo kenmerkend is voor kunstenaars. Deze worden voornamelijk veroorzaakt doordat de uitvoering ervan grote discrepanties vertonen met de ontwerpen van de architect. Door haar boek leer je de verschillende persoonlijkheden kennen die bij deze architecten tot zelfdestructie heeft geleid. Charlotte Van den Broeck koppelt die artistieke strijd van de architecten, aan mijmeringen over haar eigen leven. Dat maakt het een persoonlijk en origineel boek, omdat wij bij architecten meestal aan schoonheid en grootsheid denken. Niet aan aardse kenmerken als falen en zelfvernietiging.

Waagstukken – Charlotte van den Broeck
uitgeverij de Arbeiderspers – prijs € 22,50

De draagbare encyclopedie van de domheid

‘Ben je intelligent genoeg om je eigen domheid te begrijpen?’

Anekdotes over domme en wijze mensen vind je natuurlijk overal in de filosofie en in de literatuur.

Bij de Taoïsten waar ik me wel thuis bij voel, pleegt men het domme en het wijze behoorlijk te relativeren. Zo wordt er in parabels gesproken over’ …de onnozele (wat niet betekent dat hij zonder wijsheid is)… en dan iets verderop’ …de wijze (wat niet betekent dat hij zonder domheid is…’. Het is allemaal relatief.

De draagbare encyclopedie van de domheid is een uiterst grappige verzameling anekdotes en overpeinzingen over domheid en wijsheid. Ergens staat: ‘de vooruitgang laat een spoor van afgelegde wijsheden achter (…). We zijn geneigd de analyse te zien als een noodzakelijk onderdeel van het denken; moeilijker is het inzicht dat het denken zelf de valstrik is. De wijsheid is een domheid’.

Er worden enkele passages gewijd aan de Darwin Award, een prijs uitgereikt aan personen die de mensheid een dienst bewijzen (!), door zich puur door eigen domheid van het leven of van hun vruchtbaarheid te beroven…

Echt, het is leerzaam en vermakelijk.

Tot slot nog één citaat: ‘Er was eens…  ‘Een koning!, zullen mijn kleine lezers meteen zeggen. Nee kinderen, jullie vergissen je. Er was eens, een stuk hout. (Uit: De avonturen van Pinocchio).

De draagbare encyclopedie van de domheid –  Matthijs van Boxtel
uitgeverij Querido – prijs € 21,99

Een vrouw apart en de stad: een memoir – Vivian Gornick

Op haar tachtigste publiceerde Vivian Gornick (1935) haar memoir als chroniqueur van de stad New York. Hoewel ze al vele boeken op haar naam had staan betekende deze uitgave haar grote doorbraak in het buitenland, vandaar dat ik in de afgelopen zomer kon genieten van haar buitengewoon scherpe observatievermogen en ijzersterk schrijverschap.

In korte stukjes schetst zij haar jeugd in de Bronx, haar ontluikende liefde voor de stad als universum en de twee huwelijken die daar niet tegenop wogen. De eindeloze reeks ontmoetingen met mensen op straat, op feestjes en in het openbaar vervoer zijn aanleiding tot briljante observaties en zelfreflectie, die mij vele malen noopten tot herlezing, omdat ze zoveel zei in weinig woorden.

Rond haar zestigste ontdekt ze dat ze, bereden door angst om in alles tekort te schieten, haar leven tot dan toe goeddeels fantaserend en dagdromend had doorgebracht en dat ze het anders wilde. Ze wilde volop in het heden leren staan, maar had geen idee hoe dat moest. Na maanden van innerlijke leegheid lukt het haar, gewoon tijdens een van de vele wandelingen in haar leven, om contact te krijgen met het verbazingwekkende van het menselijk bestaan en ‘beseft ze dat ze de huid gevonden heeft die haar past, dat ze leeft in het heden’. Na een hilarisch gesprek met een pizzabezorger dringt haar nieuwe staat van zijn tot haar door en barst ze van geluk midden op straat in lachen uit.

Ga het boek onmiddellijk lezen, het is uniek.

Een vrouw apart en de stad: een memoir – Vivian Gornick – vertaling Caroline Meijer
uitgeverij Nijgh & van Ditmar – prijs €  – recensie door Marlèn

 

 

Wij zijn de wolven (The Bass Rock) – Evie Wyld

Aan de hand van drie knap verweven verhalen over vrouwen in verschillende tijden, maakt Evie Wyld invoelbaar hoe gemakkelijk vrouwen slachtoffer worden van geestelijk of fysiek geweld.

verhaal I. Begin 1700 moet de jonge Sarah, die ervan wordt verdacht een heks te zijn, vluchten voor haar leven.
verhaal 2. In de nasleep van WO II, bestiert Ruth een nieuw huis met een pasgetrouwde echtgenoot, die twee zoontjes heeft,  en haar ontrouw is  en samenspant met een enge plaatselijke predikant.
verhaal 3. Zestig jaar later, staat het huis leeg. Vivianne, die rouwt over de dood van haar vader, zoekt de spullen uit van haar grootmoeder Ruth en probeert haar eigen leven richting te geven.

De keuzes die de vrouwen maken worden in meer of mindere mate gedefinieerd door de wolven in hun leven. Maar in vrouwenvriendschap is er hoop op overleven en nieuw leven. 

Je zou kunnen zeggen dat zoals mannen vrouwen verleiden, de schrijver de lezer verleidt.
Complex opgebouwd, vernuftig en onweerstaanbaar geschreven, verontrustend en moedig.

Een goed gedoceerde mix van onthulling en geheimzinnigheid.

Deels griezelverhaal. Je zou kunnen denken dat horror bovennatuurlijk is, dat het om een geest gaat of zombie. Nee, het enge ding is een menselijk wezen, een man. Dit boek gaat over de oorlog die maar niet ophoudt. 

Tot zover de fictie van Wyld. Kort na lezing van het boek stuit ik op de feiten:

Vrouwen die worden vermoord omdat ze vrouw zijn. Het heet femicide en er  moet veel meer aandacht voor komen, vindt het College voor de Rechten  van de Mens. 
Het aantal moorden in Nederland daalt al jaren, maar niet onder vrouwen.  Bijna 60 % van de vrouwen die door geweld om het leven komt, wordt  vermoord door een ex of de partner. Dit beeld ziet er bij mannen heel anders  uit: daar gaat het om ’slechts’ 4 %.

 [Nieuwsuur 6 februari 2021]


Wij zijn de wolvenEvie Wyld – vertaling Roos van de Wardt & Astrid Huisman
uitgeverij De Bezige Bij – prijs € 21,99 – – recensie door Yvonne

Het huis met de kersenbloesem – Sun-mi Hwang

Een geslaagd zakenman (wat is geslaagd?) keert op hoge leeftijd terug naar zijn geboortedorp. Ooit kocht hij daar zijn ouderlijk huis toen dat leeg kwam, en hij heeft het de dorpelingen verboden ook maar één voet op het terrein te zetten. Hij betaalt een huiswacht om dat in de gaten te houden.

Als hij dan aankomt blijkt het terrein min of meer volledig in gebruik te zijn bij de dorpelingen.

En dan, ontsteek je in woede? op vooral die huiswacht? Hoe erg is het dat een meisje van 9 er dagelijks een ei uit het kippenhok haalt? Of dat die oude vrouw in die schommelstoel zit, maar er zich zo gelukkig voelt?

De stijl in het boek heeft een prachtige en rustige cadans, en uiteindelijk proef je onder het verhaal belangrijke levensvragen, zoals hoe ga je om met je eigen verleden, wat betekent ‘dit is van jou’?, enz.

Pareltje, gewoon kopen.

Het huis met de kersenbloesemSun-mi Hwang
vertaald door Mattho Mandersloot
uitgevrij Ambo Anthos – prijs € 18,99

De bagage – M. Helfer

De bagage is een kleine indrukwekkende roman over hoe we worden gevormd door de geschiedenis van onze familie. De vertelster (= de schrijfster) is de kleindochter van de mooie Maria die samen met Josef (!) en met hun kinderen aan de rand van een bergdorp woont, ver van de andere bewoners. Ze zijn buitenstaanders, arm, tuig, ‘de bagage’ van de gemeenschap.

Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt wordt Josef opgeroepen voor het leger.

Maria en de kinderen zijn overgeleverd aan de ‘bescherming’ van de burgemeester.

Tot het eind toe blijft het spannend wat er waar is van alle roddels in het dorp en of de achterdocht van Josef terecht is.

De schrijfster vertelt invoelbaar, in eenvoudige stijl, over tijdloze en universele thema’s, zoals de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen.

Je voelt de urgentie waarmee het geschreven is.

De bagage/Die BagageMonika Helfer – vertaling Ralph Aarnout
uitgeverij Nieuw Amsterdam – prijs € 20 – recensie door Yvonne

De  vrouw van Martin Guerre – J. Lewis (1941)

Wat is belangrijker, de liefde of de waarheid er achter? Dat is de vraag waarvoor Janet Lewis de lezer stelt in haar novelle De vrouw van Martin Guerre. Het is een historisch drama dat zich afspeelt in het Zuid-Frankrijk van de 16e eeuw; de eerste in een reeks van drie novelles over waargebeurde, opzienbarende rechtszaken.

De titel lijkt te suggereren dat de identiteit van ‘de vrouw van’ er weinig toe doet. Maar De vrouw van Martin Guerre is geschreven vanuit het perspectief van het slachtoffer, de jonge vrouw Bertrande, die op een dag van Martin, haar man, te horen krijgt dat hij ‘een tijdje weg moet’ om de woede van zijn vader te ontlopen. Acht dagen worden acht jaar.

Janet Lewis (1899-1998) beschrijft overtuigend welke emotionele fases Bertrande doormaakt als ze al die jaren op hem wacht en leeft tussen hoop en vrees.

Na de terugkeer van haar echtgenoot lijkt zij de enige te zijn die hem niet gelooft. Ze wordt al gauw voor krankzinnig uitgemaakt en verteerd door twijfel, die ook de lezer tot de ontknoping in zijn greep houdt.

Terugkomend op de vraag: de liefde of de waarheid ? is de slotzin van deze novelle veelzeggend:

‘Maar als de ziel is uitgeput door haat en liefde tezamen, houdt het lichaam zelden lang stand.’

 

De vrouw van Martin Guerre – Janet Lewis (1941) – vertaling Paul van der Lecq
uitgeverij Cossee – € 19,99 – recensie door Yvonne